Skip to main content

‹‹‹ prev (43)

(45) next ›››

(44)
Dat ik voortaan geen vriend en beiv,
Nog Vader nogte Mocder kenn’,
Als die ook zyn van uw getall,
Weeft, Heer , m all myn vriendfchap all.
7. Niet my, niet my, o lieven Heer!
Maar uwen Naam alleen geeft d’eer ,
Van myn regtvaardigheyt voor God ,
Vanaanvang, voortgang, en van’tflot,
Der Heiligheid , die ik beloof,
Weelt All, Heer, in all myngeloof.
8. Weeft my in alien voorfpoed All,
En All in alien ongevall,
Weeft my ook Alles t’ aller ftee,
En Alles t’alien tyden mee,
’t Zy dat ik leef, of fterven zal,
Weeft , Heer , enblyft^y Aim All.
D. MONTA
Gebed om Gelove.
Stem : Pfalm 73: of
1. Dierbare beloftenis !
Die ons van God gefchonkcn is
In’t dierbaar bloed van zynen Zone,
Voor’t dierbare geloof ten tone:
Och! waarlyk vaft daar op gebouwt,
Alsftenen, perken, zilver, goud.
Kn daarom bid ik, lieven Heer ,
Myn kleyngelove dog vermecr !
i. Om in den bozen dag te ftaan,
Doet heel Gods wapenruftingaali:
Maar boven al’t Schild van geloven;
Waar daar wy keeren, ende doven
Pepylen, diezovierigzyn,
Van d’oude Slang haar helfch fenyn,
En daarom bid ik , hevcn Heer ,
Myn kleyn gelove dog vermeer l
N U sj
3. Den;