Skip to main content

‹‹‹ prev (20)

(22) next ›››

(21)
Tot denLeezen
derling gpcdt gefelfchap te houden, en om malkander
mede te deilen tot gemeene ftichting haaren ftaat, eri er-
varentheidt; Gelijk ook by den zelven Propheet voorieght
ftaat, dat wanneer in defelve dagendenGeeftdergenade
ende der gebeden zoude uitgeftort zij n , verfcheide Per-
foonen, enMannen, en Vrouwen , zoudenprivate Ver-
gaderingen houden, om te vaften, treuren, ende te bid¬
den, Zach. ti: vers io, 11,14.
16. Redett, Om dat de Geloovige, die Chrifti Naam
dragen, zoodikmaal belaft is, alseen byfondereleverije
te vertoonen de liefde tot malkander; Chriftus'zeide,
Eennieun’egebodtgeveikUfddtgymalkaridcr liefhebt, gelijkik
k lief gehddt hebbe, ddt vfiy ook Mdlkanderen lief hebt. Hierddn
\ullen \y dlle bekennen, ddtgymjne Difcipelen ijjt, \oo gij lief¬
de hebt onder rnalkdtideren , Job. 17,: vers 34, Job. ty. vers
11, 17. Tdulus fchreef aatt die van Thejfdlonhd, de Heere
vermeerdere u, ende ntddke u overvloedig in de liefde tegen mdlkdn-
deren, 1 The(f. vers 11. ende daar na zeide hy , van de broe-
derlijke liefde m en hebt gy niet vdn noode, ddt ik u fchrijve-. wdnt
gy \elve \iji vdnGodt geleert, ont ntdlkdnderen lieftehebben,
xvdntgy doet ook bet stflve nan dlle de Broederen, die in geheel Md-
tedonien ^ijn; nutdr tvy vermddnen u Breeders, ddtgy meer over-
vloedigh tvordt, i Thejf. 4: vers 9, 1 o. Nu deze liefde moet
niet alleen beftaan in goede wilehdegunfte, ende goede
woorden , maar ook in daaden, geiijk lohxnnes zeide,
Mijne Kinder kens, en Udt ons niet lief hebben met denwoor-
de, noth met de tonge, mddr met de dx.xdt ende wddrbeidt,
1 Job. 3: vers 18. Derhalven moeten wy deChriftelijke
liefde allefins met lichaamlijke endcbyfondergeeftelijke
mededeylinge vertoonen , en zoo goedertieren \ijn tegen
mdlkdnder (gelijk Oudersontrent Kinderen ) Eph. 4: vers
31. En derhalven dikwils t’famen komen, en vergade-
ren tot uitvoering van die betrachtingen ontrent elkan-
der, waar toe de liefde ons aanfetten zal; ja wy moe¬
ten volgens den laft des Apoftels mdlkdnderen ditnen door
de liefde, Gdl. f: vers 13. dat is, ons zelven in liefde
voor elkarider te kofte leggen endc verteeren , tot
haar gceftelijkc voordeel ; ende elders ftaat, dat wy